FAQ
Indien auteursrechtelijk beschermde werken (zoals boeken, muziek, dvd's en cd-roms) tijdelijk ter beschikking worden gesteld, hebben de rechthebbenden zoals schrijvers, vertalers, illustratoren, fotografen en uitgevers, recht op een billijke vergoeding. Dit recht op een vergoeding heet Leenrecht.
Het ter beschikking stellen (of: uitlenen) gebeurt door publiek toegankelijke instellingen, die zonder (direct) economische voordeel opereren. De wettelijke grondslag van het Leenrecht vindt men in artikelen 12, 15c-g van de Auteurswet.
Door het opnemen van het leenrecht in de Auteurswet (in 1996) heeft de wetgever het leenrecht verankerd in een privaatrechtelijke omgeving. Hierdoor zijn auteurs en andere rechthebbenden verzekerd van een billijke vergoeding voor het uitlenen van hun werk.
De opgave van uitleencijfers heeft een periode van 1/1 t/m 31/12 van het voorafgaande jaar. Ter indicatie: voor de incasso van 2014 worden de uitleencijfers van 1-1-2013 t/m 31-12-2013 opgegeven. De opgave van aantallen dient vóór 1 april in het bezit van de Stichting Leenrecht te zijn. De aantallen uitleningen worden via de webportal van Stichting Leenrecht opgegeven en verstuurd. De inloggegevens voor deze webportal worden in februari opgestuurd. Indien u niet beschikt over de inloggegevens, kunt u deze altijd opvragen.
De incasso van de vergoedingen voor de uitgeleende werken gebeurt op basis van de opgave over het voorafgaande jaar.
Er wordt een factuur gestuurd die gebaseerd is op het aantal uitgeleende werken, vermenigvuldigd met het in het betreffende jaar geldende tarief. Betaling van de vergoeding voor het aantal uitgeleende werken dient door de bibliotheken binnen de betalingstermijn op de factuur vermeld te zijn bijgeschreven.
Een ieder die volgens de Auteurswet 1912 of volgens de Wet op de naburige rechten als auteursrechthebbende wordt erkend, heeft in beginsel recht op een vergoeding indien het werk waarop dat auteursrecht rust, wordt uitgeleend.
Het betreft de volgende hoedanigheden van de makers van auteursrechtelijke beschermde werken:
- Schrijvers, Freelance journalisten
- Vertalers
- Ondertitelaars
- Illustratoren
- Fotografen
- Bewerkers
- Samenstellers
- Scenarioschrijvers
- Uitgevers
- Uitvoerende kunstenaars (musici, toneelspelers, acteurs etc.)
- Uitvoerende producenten
- Regisseurs
- Omroeporganisaties
Het betreft de volgende rechtsopvolgers van deze makers:
- Erfgenamen (tot 70 jaar na het overlijden van de maker)
Indien uw werk via een publiek toegankelijke instelling wordt uitgeleend, dan kunt u als rechthebbende aanspraak maken op een vergoeding. De vergoedingen worden jaarlijks onder de rechthebbenden verdeeld, via de aangesloten beheerorganisaties van auteursrechthebbenden. Deze aangesloten organisaties zijn vertegenwoordigd in de secties van Stichting Leenrecht. U kunt zich bij de betreffende organisaties aanmelden voor de aan u toekomende vergoedingen. Zie voor verdere informatie Voor rechthebbenden.
Het verschil zit in het commerciële karakter.
Verhuur:
Van verhuur is sprake als auteursrechtelijk beschermde werken voor een beperkte tijd ter beschikking worden gesteld waarbij indirect economisch of commercieel voordeel wordt behaald. In dat geval is voorafgaande toestemming van de rechthebbenden vereist.
Uitlenen:
Bij uitlenen gaat het om publiek toegankelijke instellingen die geen direct economisch voordeel behalen. Bij uitlenen is geen toestemming van de rechthebbenden vereist, mits er een billijke vergoeding aan de rechthebbenden wordt betaald.
Naast het beheer van de collectieve leenrechten, draagt Stichting Leenrecht tevens de zorg voor de collectieve rechten m.b.t. de verhuur van audio. Zie meer informatie in het menu Voor gebruikers.
Voor iedere productcategorie wordt een tarief vastgesteld.
De hoogte van deze tarieven wordt vastgesteld in de vergadering van de Stichting Onderhandelingen Leenvergoedingen (StOL). Stichting Leenrecht vertegenwoordigt in de StOL de belangen van auteursrechthebbenden; de VOB vertegenwoordigt de betalingsplichtigen. De vergadering wordt door een onafhankelijke voorzitter geleid.
Een ieder die auteursrechtelijke beschermde werken uitleent via publiek toegankelijke instellingen is een billijke vergoeding verschuldigd.
In de praktijk gaat het om:
• Openbare bibliotheken
• Christelijke bibliotheken
• Gespecialiseerde bibliotheken
• Speel-o-theken
• Kunstuitleeninstellingen
• Cd-uitleen
De leenrechtvergoeding wordt in een aantal gevallen door de bibliotheken doorbelast aan de lezers. Dit gebeurt soms via een hogere abonnementsprijs, soms via een bedrag per uitlening. Er wordt alleen voor uitgeleende werken betaald; voor het raadplegen of naslaan in de bibliotheek zelf hoeft geen vergoeding te worden betaald.
Verder is een aantal bibliotheken vrijgesteld van het betalen van een leenrechtvergoeding:
• bibliotheken voor blinden en slechtzienden
• bibliotheken bij instellingen van onderwijs en instellingen van onderzoek
• de Koninklijke Bibliotheek.
(zie Artikel 15c e.v. Auteurswet)
Een leenrechtvergoeding wordt afgedragen over auteursrechtelijk beschermde werken. Het betreft werken van letterkunde, wetenschap en kunst, zoals:
• Boeken (zowel volwassenen als jeugd boeken)
• Nieuwsbladen
• Bladmuziek
• Tijdschriften
• Documentatiemappen
• Complete Muziekwerken
• Luisterboeken (audio cd’s)
• Toneelwerken
• Muzikale werken / Audio
• Filmwerken / Televisiewerken
• Overige Video en DVD werken
• Cd-roms / Blu-rays
• Kunstwerken
• Diaseries
• Fotografische werken
Zie artikel 10 lid 1 van de Auteurswet voor een complete opsomming.
De auteursrechthebbende zijn vertegenwoordigd in Stichting Leenrecht, via een aantal secties:
• sectie geschriften
• sectie audio
• sectie video
• sectie visuele werken
• sectie multimedia